7 Hoe voert u een goede dialoog?
Een dialoog voert u vanuit vertrouwen en respect voor elkaar. Respect voor elkaars rol (autonomie) en bekwaamheid (competentie).
Hoe groter het onderlinge vertrouwen, hoe beter het mogelijk is om een gelijkwaardige positie ten opzichte van elkaar in te nemen. Dit komt tot uiting en wordt bevorderd door met elkaar doorlopend de dialoog te voeren. Een voorwaarde is dat iedereen zich aan de spelregels van de dialoog houdt.
Het belangrijkste doel van de dialoog is dat deelnemers zich proberen in te leven in elkaars positie of verhaal. Door open te staan voor en u te verplaatsen in de boodschap van de ander ontstaat de mogelijkheid om uw eigen opvatting en manier van handelen aan te passen.
Wie een goede dialoog wil voeren moet dus uit zijn eigen strategische rol en verantwoordelijkheid (durven) stappen. U doet mee aan de dialoog vanuit uw functie, maar vooral als mens. U spreekt met anderen, die in de eerste plaats mens zijn en die allemaal hun tijd en energie steken in de ‘goede zaak’. Wie deelneemt aan een dialoog is nieuwsgierig en open om te horen wat een ander vindt.
Uitgangspunten van de dialoog
Tijdens de dialoog:
U bent benieuwd naar het verhaal en de achterliggende waarden, motieven en opvattingen van de ander.
U bent onderzoekend, u luistert en u bent (nog) niet bezig met oplossingen.
U formuleert uw eigen inbreng vanuit uw eigen perspectief; “ik vind” in plaats van “men vindt’ of “het is een feit”.
U accepteert dat u zich soms ongemakkelijk voelt bij het verhaal van de ander, omdat u het er niet mee eens bent of omdat u zich persoonlijk aangesproken voelt.
U bent er gezamenlijk verantwoordelijk voor dat iedereen:
– evenveel kans heeft om aan het woord te komen;
– evenveel kans heeft om een onderwerp ter tafel te brengen;
– zich vrij voelt om kritiek te uiten, en
– eerlijke informatie geeft, zodat niemand in de dialoog wordt misleid.
Lees meer over een gelijkwaardige dialoog tussen bestuur en cliënten