4 Vertrouwen en toezicht gaan hand in hand in deze methode. Is dat wel mogelijk?

De cliëntenraad aan de ene kant en bestuurders of managers aan de andere kant bekijken de dienstverlening aan cliënten vanuit hun eigen perspectief en hun eigen belang. Dat is onvermijdelijk. Toch is het goed mogelijk om elkaar in de eigen rollen met respect en vertrouwen tegemoet te treden. Onderzoek laat zien dat onderling vertrouwen zelfs bijdraagt aan het naleven van afspraken die partijen gezamenlijk maken.

Dat een cliëntenraad de uitvoering van beleid controleert en bijvoorbeeld onbedoelde gevolgen op tafel brengt, hoeft geen nadelige gevolgen te hebben voor het vertrouwen. Integendeel, het kan het vertrouwen zelfs bevestigen of vergroten. Immers, zo werkt u samen aan ‘de goede zaak’.

Vertrouwen gaat over waarden, normen en regels
Om vertrouwen op te bouwen is het van belang dat zowel de cliëntenraad als de uitvoerders en bestuurders elkaars waarden, normen (en regels) kennen en als noodzakelijk, nuttig en redelijk accepteren.

Om dit voor elkaar te krijgen is een voortdurende dialoog heel belangrijk.

Dat kan door algemene onderwerpen te evalueren, maar ook door concrete ervaringen van cliënten te bespreken. Soms vindt een cliëntenraad de ervaringen van uitkeringsgerechtigden erg stuitend, terwijl de wethouder of directeur van een sociale dienst geen probleem ziet. Door samen over de ervaringen van cliënten te praten, ontdekt u elkaars waarden en normen en kunt u kijken hoe u aan elkaars opvattingen tegemoet kunt komen. Op den duur kan dit ertoe leiden dat partijen aan beide kanten zich elkaars waarden en normen eigen gaan maken.

Meer lezen over respect voor elkaars autonomie en competentie