1 Wat is de visie op cliëntenparticipatie in deze methode?
In deze methodiek is cliëntenparticipatie
de doorlopende dialoog tussen een organisatie (bestuur, management en medewerkers) en cliënten (of hun vertegenwoordigers) om het beleid en de uitvoering te verbeteren.
Het doel van cliëntenparticipatie is het verbeteren het beleid en de uitvoering. Wanneer het beleid of de uitvoering daadwerkelijk verbeterd is, daar doet deze methode geen uitspraak over. Dat is aan de deelnemers aan de dialoog. Door te luisteren en van gedachten te wisselen ontwikkelt het beeld van wat er goed en niet goed gaat en wat er beter moet. Daar zullen de deelnemers het niet altijd over eens zijn, maar alleen al door het onderlinge gesprek ontstaat er inzicht, dynamiek en mogelijk een nieuwe, al dan niet gedeelde, opvatting over wat er gaande is en wat zal moeten veranderen.
Daarmee zou de dialoog voor het moment beëindigd kunnen zijn, maar dat is niet het geval. Want ook het nieuw verworven inzicht of de daarna genomen maatregel zal meteen weer voer zijn voor een volgende fase in de dialoog. Vandaar dat wij cliëntenparticipatie zien als een doorlopende dialoog.
Omdat de doorlopende dialoog centraal staat in de methodiek voeren koppels van medewerkers van de gemeente/de uitvoeringsorganisatie en vertegenwoordigers van cliënten zoveel mogelijk gezamenlijk de onderdelen van de methodiek uit. Het samen opsporen en analyseren van cliëntervaringen zijn wezenlijke onderdelen van de doorlopende dialoog.
Waarom staat de dialoog centraal in deze methodiek?
Vaak wordt gezegd dat cliëntenparticipatie gaat over het overbruggen van de systeem- en leefwereld. De ‘systeemwereld’ staat dan voor het beleid en vooral over de uitvoering van het beleid (door ‘het systeem’, de gemeentelijke dienst bijvoorbeeld of door UWV) en de ‘leefwereld’ voor het dagelijks leven van cliënten. Regelmatig wordt het beeld geschetst dat de leefwereld en de systeemwereld recht tegenover elkaar staan. Dat is niet per se zo. In het ideale geval vullen beide werelden elkaar aan. Het dagelijks gaat altijd samen met de vorming van systemen. Denk bijvoorbeeld aan een gezin. Als mensen gaan samenwonen of kinderen krijgen ontstaat er vanzelf een systeem; voor het doen van huishouden, het organiseren van het eten en ga zo maar door. Door de dialoog in woord en daad tussen de leden van het huishouden ontwikkelt zich een passend, uniek systeem, Daar is niets mis mee, integendeel. Systemen worden pas vervelend als zij het dagelijks leven gaan domineren. Als het niet meer mogelijk om te variëren met het tijdstip waarop het avondeten wordt opgediend.
Helaas hebben systemen de onvermijdelijke eigenschap dat ze op den duur het leven van mensen gaan overheersen. Vandaar het belang van cliëntenparticipatie: er moeten altijd mensen zijn die er alert op zijn dat cliënten niet ondergeschikt raken aan het systeem.
In de wetenschap is veel aandacht voor de manier waarop de dominantie van ‘het systeem’ beperkt kan worden. Een belangrijke manier hiervoor is de voortdurende dialoog tussen beide werelden, om zo op de hoogte te blijven hoe de ene wereld inwerkt op de andere en andersom. En daar zo nodig verandering in aan te brengen.
Wat ons betreft gaat cliëntenparticipatie hierover, over een echte, doorlopende dialoog tussen bestuurders en managers enerzijds en cliënten en hun vertegenwoordigers anderzijds.
Lees meer over waarom staat de dialoog centraal of over de uitgangspunten van de methodiek.